Bij het exporteren van een document kun je TXT-specifieke exportopties definiëren via het volgende dialoogvenster.
•Codering
Definieer de codering die in het geëxporteerde document wordt gebruikt.
•Tekst exportmodus
Kies of de opmaak van de gegevensvelden in de gebonden dataset gebruikt moet worden voor de cellen in het geëxporteerde document. Merk op dat als deze eigenschap is ingesteld op Tekst, alle gegevensvelden naar het tekstbestand worden geëxporteerd als tekenreeksen, met de bijbehorende opmaak ingesloten in die tekenreeksen.
•Tekstscheidingsteken
Definieer een tekstscheidingsteken (standaard TAB).
•Je kunt ook opgeven of tekenreeksen met scheidingstekens moeten worden aangehaald.
|