|
Om tussen pagina's te navigeren, gebruik je de schuifbalken of navigatieknoppen op de werkbalk.
Met deze knoppen kun je naar de eerste, vorige, volgende of laatste pagina van een document gaan.
Methet Handgereedschap kun je door de inhoud bladeren door het document te slepen in plaats van schuifbalken te gebruiken.
Om het Handgereedschap te activeren , klik je op de knop Handgereedschap op de werkbalk.
Nadat je op de pagina van een document hebt geklikt, verandert de muisaanwijzer. Sleep de muisaanwijzer om door het document te scrollen.
Weergavemodus afdrukvoorbeeld wijzigen
Om de tegenoverliggende lay-outweergave in te schakelen, wijs je in het menu Beeld naar Pagina-indeling en klik je vervolgens op Aanzicht .
Zo kun je een volledige paginaweergave behouden, ongeacht of je het formaat van het voorbeeldvenster wijzigt, een document verschuift of een weergavemodus voor meerdere pagina's kiest.
De doorlopende lay-outweergave inschakelen
Om de doorlopende lay-outweergave in te schakelen, wijs je in het menu Beeld naar Pagina-indeling en klik je vervolgens op Doorlopend .
Zo kun je een paginalay-outweergave continu doorbladeren.
Twee of meer pagina's weergeven in afdrukvoorbeeld
Om een afdrukvoorbeeld van twee of meer pagina's tegelijk te bekijken, klik je op de knop Meerdere pagina's op de werkbalk.
Ga vervolgens in het dialoogvenster met de muis over de paginapictogrammen, afhankelijk van het gewenste aantal pagina's dat je wilt weergeven.
Wanneer het gewenste aantal pagina's is geselecteerd, klik je op het pop-upvenster om het te sluiten en de wijzigingen toe te passen op de documentweergave.
|